Persoonlijke aanpak bij de Gemeente Zaanstad

Sinds 2013 werkt Stichting JobOn samen met de gemeente Zaanstad. Zaanstad is al jaren een goed voorbeeld als het gaat om werkzoekenden aan een baan helpen. Wat doen ze in de Noord-Hollandse stad anders dan collega’s in het land? Josée Blanken, directeur van JobOn, ging in gesprek met burgemeester Jan Hamming en wethouder Natasja Groothuismink.

Natasja, wat is voor jullie de grootste uitdaging als het gaat over werk en participatie van inwoners in Zaanstad?

‘Dat zijn er twee. De eerste: je hebt banen en je hebt mensen die werk zoeken en hoe krijg je die nou goed bij elkaar? Sommige mensen weten niet goed wat voor soort functies er bij een organisatie zijn. Gaat het om een ziekenhuis dan denken mensen aan functies in de zorg. Dat er ook een technische dienst is, dat weet niet iedereen. Dit ontdek je alleen maar als je je verdiept in bedrijven of iemand kent die daar werkt. We hebben in Zaanstad een aantal wijken waar de blik op de arbeidsmarkt beperkt is. Dan is het goed dat werkzoekenden kennismaken met bedrijven om erachter te komen welke functies zijn. Daarom staan we ook achter het initiatief van JobOn van de Nationale Werkbezoekdag, een dag waar werkzoekenden zich kunnen oriënteren. Hopelijk doen ook dit jaar, op 19 november, een groot aantal werkgevers mee in deze regio, zodat werkzoekenden hier langs kunnen gaan.

En uitdaging twee?

‘Mensen hebben soms een heel grote afstand tot de arbeidsmarkt, omdat ze de taal niet spreken of al heel lang niet werken. Werkzoekenden moeten hun plannen bijstellen vanwege de taalbarrière of fysieke gesteldheid en daar helpen we ze bij. Door persoonlijke gesprekken te voeren, te begeleiden en ze te inspireren. Net als JobOn geloven wij in persoonlijke aandacht en een laagdrempelige aanpak’.

En daar zet de gemeente zich enorm voor in?

“Dat doen we zeker. Voorheen werden sommige mensen zonder baan voor langere tijd niet gezien. Die werden opgeroepen, dan werd er gekeken of de rechtmatigheid in orde was, en dan zeiden we: u moet een sollicitatietraining doen. En dan hoorden ze niets meer van de gemeente. Dat werkt dus niet. Vaak zit er een belemmering achter die je daarmee niet op tafel krijgt. Ik heb het meegemaakt dat een moeder, die al heel lang voor haar kind had gezorgd vanwege zware autisme, weer wilde werken. Dat kind was inmiddels ouder, maar ja, er was een CV-gat van 8 jaar. Dan helpt het als iemand niet alleen één consult volgt, daar is meer aandacht nodig".

Hoe bereiken jullie die onvindbare groep, zoals 50-plussers, niet-uitkeringsgerechtigden of moeders die er lang uit geweest zijn?

‘Door bijvoorbeeld een banenmarkt te organiseren. En dan echt in de wijk, dicht bij de mensen.’ Burgemeester Jan Hamming vult aan: ‘We hebben veel professionals in de wijken, en die staan in contact met onze inwoners. Zij wijzen mensen heel actief op de mogelijkheden die ze hebben. We hebben een prachtig project voor vrouwen die in een isolement zitten en eigenlijk niet weten waar ze naartoe moeten. Dat initiatief is echt een succes.’ Natasja: ‘Deze vrouwen hebben nooit een diploma gehaald en volgden in het wijkcentrum een opleiding en hebben onlangs hun eerste MBO-certificaat gehaald. Dat is zo'n stap voor die vrouwen.’

Waarom was dit zo’n succes?

Natasja: ‘Vooral omdat we het in de wijk deden. We hebben ook stages aangeboden en het is heel mooi dat een aantal vrouwen door is gestroomd naar een baan. Daar zijn we trots op.’ Jan: ‘We proberen in Zaanstad zoveel mogelijk aan te sluiten bij de leefwereld van mensen. Dus in plaats van dat wij zeggen: ‘je moet in ons systeem passen’, draaien wij het om. Wat willen zij? Wij proberen alles zo dicht mogelijk bij de mensen te organiseren en ze te enthousiasmeren.’ Daarom vinden we ook goed dat JobOn workshops organiseert in verschillende wijken en samenwerking vindt met andere samenwerkingspartners.’

Jullie hebben ook een programma voor uitkeringsgerechtigden.

Jan: ‘Dat is heel intensief. Met het sociale wijkteam proberen we mensen te activeren. En dan halen we soms gewoon mensen thuis op. Je maakt eerst een afspraak en niet altijd komt er iemand. Komt die persoon de tweede of derde keer ook niet, dan gaan we naar het woonadres toe. En zo kom je uiteindelijk tot een activeringstraject. Maar voor dat je zover bent moet je weten wat er aan de hand is. Misschien gaat het wel om schulden of een verslaving, deze problemen moeten we eerst oplossen voor we de stap kunnen maken naar werk.

Duiken deze mensen niet onder tafel als jullie aanbellen?

Jan: ‘Soms wel. Dan komen we later terug. Onze collega´s van de wijkteams hebben een lange adem en dat moet ook. Soms kom je mensen tegen die lang de hakken in het zand gezet hebben en dan later na een intensief traject zeggen: ik ben zo blij dat ik het heb gedaan, want ik ben nu daar of daar vrijwilliger, ik hoor er weer bij, ik word weer gezien. Natasja en ik kwamen ongeveer tegelijkertijd in Zaanstad werken en wij kwamen tot de ontdekking dat mensen hier 10 tot 15 jaar niet waren aangesproken door iemand van de gemeente met de vraag: ‘U heeft een uitkering, moeten we niet een keer met u praten?’ Dat kan toch niet? Mensen willen gezien en gehoord worden, anders groeit het gevoel dat ze er niet bij horen. En wat ook zo mooi is: Poelenburg en Peldersveld zijn echt een kwetsbare wijken. Daar waren in 2017 1200 uitkeringsgerechtigden, nu 600. En hoe komt dat? Door aandacht, tijd nemen, geduld hebben, niet meer loslaten. En mensen ook echt het gevoel geven dat we ons best voor ze doen en niet een keer aanspreken en dan een jaar niks van ons laten horen.’

Wat is de moeilijkste doelgroep?

Natasja: ‘Anderstaligen. Ik sprak laatst een Syrische vrouw, die zegt: ‘Ja sorry, ik spreek geen Nederlands.’ Ze wilde in de zorg werken en ik heb gezegd dat er inmiddels ook veel ouderen die Arabisch spreken in zorgcentra wonen dus voor hen is het wel fijn als iemand Arabisch spreekt. Maar de andere kant is: wil je bepaalde handelingen kunnen doen, dan heb je gewoon kennis van de Nederlandse taal nodig. Daarom bieden we taalopleidingen aan. Ik vind het heel frustrerend te weten dat we een oogarts hebben uit Syrië, en die doet nu oogmetingen bij een opticien omdat hij de taal niet beheerst. Je gunt zo’n man toch dat hij ook hier op artsenniveau kan werken?’ Jan: ‘In Nederland zijn we ook zo streng met diploma’s. Als je het vergelijkt met de diplomawaardering in Duitsland: daar zijn ze geloof ik 15.000 Syrische artsen actief. Die mensen komen hier amper in aanmerking. Zonde.’ Natasja: ‘Je hebt ook mensen met rugklachten of mensen met psychische klachten, die gun ik ook plekken waar ze gewoon goed gezien worden en hun werk kunnen doen.’

Werkgevers blijven achter bij jullie doelen?

‘Taal wordt door hen soms als argument gebruikt omdat men koudwatervrees heeft. Mensen van ons werkgeverservicepunt gaan heel actief bij bedrijven langs en die proberen werkgevers ervan te overtuigen dat het je bedrijf kan verrijken. Wat wij nu ook doen: we hebben hier 1500 asielzoekers die we opvangen en we doen als een van vijf gemeentes mee aan een landelijk, experimenteel project waarmee we mensen eerder aan het werk proberen te helpen. Die asielzoekers willen zo snel mogelijk aan het werk. Maar wat zeggen werkgevers? Ze moeten de taal kennen en diploma’s hebben. Om dit te veranderen is voorlichting en goede voorbeelden nodig. We hebben inmiddels een aantal mooie voorbeelden vanuit de gemeente die zelfs het NOS Journaal gehaald hebben. Dat is allemaal heel positief.’

Kortom, een werkende aanpak. Mooi dat Stichting JobOn vanuit dezelfde visie werkt en dat we hierin samenwerken. Persoonlijk én laagdrempelig. We kijken uit verlenging van de fijne samenwerking en voor dit jaar roepen wij werkgevers en uiteraard werkzoekenden op om mee te doen bij de Nationale Werkbezoekdag. Ook anderstaligen, die de Engelse of Nederlandse taal voldoende spreken, kunnen zich kunnen aanmelden. Zie www.werkbezoekdag.nl.

Meer weten over de Werkbezoekdag?